Een huis met historie

Dat ons huis in het verleden door een notaris bewoond werd, is algemeen bekend. In het aan het huis vast gebouwde kantoor (de étude) stonden nog een kluis en een oude lessenaar en in de kastenwand die één wand volledig bedekt, troffen we nog wat oude papieren aan. In het dorp staat het huis als notarishuis bekend en de ouderen hebben nog levendige herinneringen aan de laatste notaris die er praktijk hield, Charlet. Hij had vijf kinderen, die nu in de zestig of zeventig moeten zijn. Het verhaal gaat dat Charlet na de oorlog nooit meer de oude is geworden, omdat hij tot tweemaal toe voor een Duits vuurpeloton had gestaan.
Op de website van Patrimoine de France wordt ons huis aangeduid als ‘maison du notaire’ en hier wordt een beschrijving gegeven van de typerende betonnen façade die aan het eind van de 19e eeuw tegen het bakstenen huis aan is gezet.
    Via notarisarchieven op internet is te achterhalen dat zich in de étude van notaris Fieret in Aubenton dossiers bevinden van verschillende notarissen die in Iviers gevestigd zijn geweest.
    Maître DORE Désiré François: aktes beschikbaar uit de periode 1849-1861
    Maître DORE Désiré Léopold: periode 1863-1877
    Maître BOULANGER Gustave Arthur: periode 1877-1890
    Maître CARPENTIER Henry: periode 1890-1912
    Maître BECRET Alexis Aristide: periode 1913-1920.
    Charlet moet in ieder geval rond de oorlogsjaren notaris zijn geweest, maar over de periode na 1920 is (nog) geen informatie te vinden; rond 1970 moet hij nog in functie geweest zijn.
    Van de genoemde notarissen is Henri Fernand Carpentier de bekendste. Hij werd in 1860 geboren in Bohain en Vermandois en heeft verschillende geschiedkundige boekjes over dorpen in de Thiérache geschreven met veel informatie over de inwoners, hun beroepen, de gewassen die verbouwd werden, welke planten en dieren in de streek voorkwamen enz. Hij is degene geweest die in rond 1890 de betonnen façade tegen het huis liet optrekken (om het huis meer grandeur te geven); de gevelsteen met datum herinnert daar nog aan. Ook liet hij het notariskantoor bouwen. Vanuit de zitkamer in het woonhuis was een doorgang naar het kantoor. Wij hebben deze doorgang dichtgemetseld. De omlijsting van de deur is nog zichtbaar in onze zitkamer; er zit nu een boekenkast in.
    
    Ons huis op de website van Patrimoine de France
     Op de website http://www.culture.fr/recherche/?typeSearch=collection staat de volgende tekst:
    “Cette maison de maître, qui porte la date 1896 sur le linteau de la porte d'entrée, est celle du notaire d'Iviers, Henry Carpentier. Il est aussi connu pour son érudition, c'est lui qui rédigea en particulier la monographie de l'histoire d'Iviers en 1899. L'adjonction latérale paraît avoir été réalisée postérieurement à la construction du logis. Cette maison est particulièrement représentative des maisons de maître au tournant du siècle avec son enduit cimenté portant un décor architecturé reprenant une modénature néo-classique. Cet enduit comporte également un répertoire rocaille, ce qui est propre à l'éclectisme architectural alors en vigueur à cette période. Ce type d'enduit, que l'on rencontre autour des années 1890-1910, était dans le canton d'Aubenton, la spécialité d'une entreprise de maçonnerie établie à Logny-lès-Aubenton. Les dépendances et remises datent également de cette même période. Cette maison, comportant un jardin clôturé d'un mur, est aujourd'hui à l'abandon depuis une vingtaine d'années.”
     
    De informatie is niet helemaal correct; zo is het jaartal dat vermeld wordt boven de deur niet 1896, maar 1887 en het huis heeft ook geen twintig jaar leeg gestaan. Na het vertrek van Charlet kreeg het huis al vrij snel, begin jaren zeventig van de vorige eeuw, een nieuwe eigenaar. Omdat het huis maar af en toe gebruikt werd en de tuin nogal overwoekerd was, maakte het blijkbaar de indruk verlaten te zijn.
     
    Deze nieuwe eigenaar is de schrijver Remco Campert. Samen met zijn vrouw Deborah en hun kinderen (uit eerdere huwelijken) zullen zij er gedurende 35 jaar heel wat vakanties doorbrengen en vele vrienden ontvangen. Campert vertelt over het dorp in zijn gedicht Boerin in Iviers uit ‘Nieuwe herinneringen’ (2007):

    Elke dag nog praat ze
    
    Marike samen met 'Boerin in Iviers' Pauline
    met zijn grafsteen
    op het kleine kerkhof aan de overkant
    uitzicht over het dal
    met het dunne riviertje
    glinsterend als een spinnendraad
    in het Noord-Franse licht

    sinds hij dood is
    doet ze minder aan de tuin
    eens haar trots

    ze kreeg er nog een prijs voor
    de senator kwam er voor over
    helemaal uit Parijs
    waar hij een appartement had
    en een vriendin
    het was vlak voor de verkiezingen
    die hij won

    de koeien zijn verkocht
    de tractor staat te roesten in het hoge gras
    het erf is netjes aan kant
    en er is nog hout voor één winter

Af en toe gaat een van Remco’s columns ook over het Noord-Franse platteland. Vanaf 2001 schreven Remco Campert en Cees Nooteboom een aantal brieven aan elkaar in de vorm van gedichten die heen en weer gingen tussen Amsterdam, Iviers en San Luis in Spanje. In de bundel Over en weer  werd deze briefwisseling bijeengebracht. In 2007 verscheen Dagboek van een poes; de poes Poef beschrijft hierin o.a. hoe hij op reis mee mag naar het verre Frankrijk, waar zijn baasjes een huis hebben.
In het in 2011 verschenen C’est la vie wisselen Deborah Campert en Barbara van Kooten herinneringen uit aan hun jarenlange vriendschap; Kees en Barbara van Kooten zijn vele malen in het huis in Iviers op bezoek geweest en het huis speelt dan ook een prominente rol in C’est la vie.
 

Op bezoek bij Remco en Deborah Campert
Eind april 2007 kochten wij het huis van Remco en Deborah Campert via bemiddelaar Henk Voorwinden van Ardennengoed.

Over onze zoektocht naar een huis en onze eerste ervaringen in Iviers schreef ik twee artikelen voor het tijdschrift Maison en France. We hadden al eerder een huis in Frankrijk gehad, namelijk een oud stationsgebouw in Nieudan in de Cantal (Auvergne) van 1991 t/m eind 2006. Omdat we niet helemaal tevreden waren over de ligging van dit huis en vanwege de afstand, besloten we in 2006 ons te oriënteren op een huis “op weekendafstand” van onze woonplaats Den Haag. Gedurende ongeveer een jaar lang bekeken we zo’n dertig huizen. In januari 2007 was het bij de zoveelste bezichtiging dan eindelijk raak.
De eerste zomer hebben we de omgeving van Iviers verkend; we hebben de tijd genomen om het huis goed te leren kennen. In de kerstvakantie startten we met de renovatie van het huis en het kantoor. In de jaren daarna hebben we hard gewerkt: het huis heeft een nieuw dak van leisteen gekregen, een nieuwe keuken en een nieuwe badkamer zijn geïnstalleerd, de cv-ketel en de leidingen werden vervangen, en het kantoor is volledig verbouwd en is nu ingericht als vakantiehuis. In de zomer van 2011 is de tuinmuur volledig afgebroken en weer opnieuw opgemetseld; verschillende muren, waaronder de zij- en voorgevel van het kantoor zijn opnieuw gevoegd. Ook de verwilderde tuin hebben we aangepakt: een groot deel van de wildgroei aan pruimenbomen hebben we weggehaald en ook de uitgegroeide heg is volledig teruggesnoeid tot twee meter hoogte; dit soort werk is bijna niet met de hand te doen is, en daarom hebben we afgelopen herfst professionele hulp ingeschakeld. Alle stronken zijn nu weg, de grond is waar nodig afgraven en ook zijn er paden aangelegd en is er een groot gat gegraven waar de vijver moet komen. 2012 staat in het teken van tuinaanleg: gras zaaien, borders inplanten, een kas en een tuinschuur plaatsen.